Achtergrond

In het jaar 1970 kreeg, volgens onderzoekers Edward en Lorraine Warren, kreegt een student-verpleegkundige deze pop. Ze zeiden dat de pop zich vreemd gedroeg en dat een paranormaal medium de student had verteld dat de pop bewoond werd door de geest van een overleden meisje genaamd “Annabelle Higgins”. De studente en haar kamergenoot probeerden de pop te accepteren en te koesteren, maar de pop vertoonde kwaadaardag en angstaanjagend gedrag. Op dit punt kwam het echtpaar Warren in contact met de pop en brachten haar naar hun museum, nadat ze hadden verklaard dat de pop demonisch bezeten was. Annabelle bleef in een glazen doos in het ‘Warrens Occult Museum in Monroe, Connecticut. Hier bleef ze tot het museum, vanwege overtreding van bestemmingsplannen,  gesloten werd.