In het jaar 1903, toen schrijver en schilder Robert Eugene ‘Gene’ Otto, vier jaar oud was kreeg hij de pop van een Caribische bediende die voor de familie Otto werkte. De bediende werkte als meid bij hen en zou een befaamde voodoo-magiĆ«r zijn en zwarte magie uitoefenen. De vrouw zou de pop aan de kleine Eugene hebben gegeven uit bedrog en wraak omdat ze slecht behgandeld zou zijn door de familie. Vanaf het moment dat Eugene de pop kreeg namen volgens getuigenrapporten de griezelige en angstaanjagende incidenten toe, zo zouden gasten en bewoners Robert de pop met een bovennatuurlijke snelheid knipogen of van kamer naar kamer rennen. Niet lang erna zou ook de kleine Eugene zich vreemd gedragen. De jongen werd vaak geobserveerd terwijl hij tegen de pop aan het praten was en de pop leek zelfs te reageren. In eerste intstantie verklaarden de ouders en familieleden dit door te zeggen dat Eugene een denkbeeldige vriend had, maar later kreeg iedereen de indruk dat de pop zelf sprak.
Niet veel later nam het geweld van de incidenten toe: De meubels werden om gegooid en de buren zeiden dat ze Robert in zijn eentje van raam naar raam zagen lopen, ook word er gezegd dat de pop hatelijk hoorbaar gegiecheld zou hebben. De ouders van Eugene zouden ook vaak wakker geworden zijn door geschreeuw van Eugene. Op het moment dat de ouders de kamer binnen kwamen viel of brak er iets en Eugene zei altijd: ‘Robert did it!’ (Vertaald: ‘Robert deed het!‘)